Bijzondere Manoeuvres
Voorbereidings en controle handelingen voor aanvang van het rijexamen:
  • Kijk van op een afstandje onder de auto of er geen vloeistoffen (brandstof, olie, koelvloeistof, remolie, ruitenwisser vloeistof), hond, kat, bal, kind, enz….. enz liggen.
  • Controle van de banden:
    • minimale profiel diepte 1,6 mm (zie de slijtage indicatoren)
    • bandenspanning controleren (1x per 2 weken)

te zacht:

hoog brandstofverbruik

extra slijtage

slechte wegligging

te hard:

slechte wegligging (stuiteren)

extra slijtage

iets minder brandstof verbruik

beschadigingen aan de buitenkant van de band

  • zit het ventiel dopje er nog op?  (bescherming tegen stof en vuil)
  • Loop een controle ronde om de auto (tegen de wijzers van de klok in) en let op:
    • deuken, krassen
    • ramen schoon en heel
    • kenteken voor en achter aanwezig
    • deuren, motorkap en achter klep goed dicht
    • zitten de ruitenwissers er nog op
    • zijn de verlichtingen voor en achter nog heel
    • zijn de spiegels uitgeklapt en heel
Hellingproef
  1. Auto in de eerste versnelling zetten.
  2. Scan rondom de auto en verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt. (voor, achter en/of opzij)
  3. Koppeling op laten komen totdat je voelt dat de auto vooruit wil. (houd de koppeling nu vooral vast op het aangrijpingspunt !!!)
  4. Binnenspiegel, voor de auto, linker buitenspiegel en linkerschouder kijken en geef richting aan naar links.
  5. Handrem langzaam laten zakken of de voetrem loslaten. (koppeling nog steeds op het aangrijpingspunt vasthouden)
  6. Iets meer gas geven. (ongeveer 1200 tot 1500 toeren)
  7. Koppeling nu langzaam op laten komen en wegrijden met iets meer koppeling op het aangrijpingspunt.
Recht achteruit rijden
  1. Scan rondom de auto en verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt.
  2. Langzaam rijden. (houd de koppeling op het aangrijpingspunt)
  3. Volgorde van kijken: rechter buitenspiegel, vooruit, binnenspiegel, linker buitenspiegel en linker schouder. (dode hoek)
  4. Veel rondom de auto kijken. (kijk via de rechter buitenspiegel naar de stoeprand)
  5. Weinig sturen. (Afstand tot de stoeprand ongeveer 20-30 cm afstand)
Halve draai
  1. Zoek naar voldoende ruimte om de auto in 1x “rond” te kunnen gooien.  ( denk hierbij aan ongeveer 4 rijstroken), of een halve rotonde.
  2. Zet de auto aan de rechter kant van de weg. (evt op een parkeerplaats langs de weg)
  3. Zet de auto in de eerste versnelling.
  4. Scan rondom en verleen eventueel voorrang aan alle andere weggebruikers.
  5. Geef richting naar links, geef een beetje gas en laat de koppeling opkomen tot aan het aangrijpingspunt.
  6. Stuur snel en volledig naar links.
  7. Maak snelheid en kijk nog een keer in de binnenspiegel, buitenspiegel en over de linker schouder. (dode hoek)
Keren op de weg dmv steken

Langzaam rijden, snel sturen en veel kijken !!!

  1. Auto in de eerste versnelling zetten.
  2. Scan rondom de auto en verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt.
  3. Koppeling langzaam op laten komen tot het aangrijpingspunt en op dit punt  vasthouden.
  4. Heel langzaam rollen, snel naar links sturen en blijf scannen !!!
  5. Zodra de stoeprand (aan de linker kant van de weg) uit de voorruit verdwijnt,  snel volledig naar rechts sturen totdat dit niet verder kan of totdat je de stoeprand zachtjes raakt.
  6. In de achteruit versnelling zetten en scannen !!!!
  7. Langzaam achteruit rijden (eventueel nog doorgaan met sturen) en veel kijken totdat de voorkant van de auto duidelijk naar links uitwijkt.  Stuur nu snel en volledig naar links.
  8. In de eerste versnelling zetten, scannen en wegrijden met de koppeling op het aangrijpingspunt en een beetje gas.
Achteruit file parkeren
  1. Kijk in de binnenspiegel naar andere weggebruikers achter je en geef als waarschuwing richting naar rechts.
  2. Plaats de auto op plm. 50 cm afstand naast een geparkeerde auto en met de rechter buitenspiegel ter hoogte van de voorbumper van diezelfde auto. (liefst een auto die met zijn achterkant naar je toe staat)
  3. Auto in de achteruit versnelling zetten.
  4. Scan rondom de auto en verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt.
  5. Langzaam achteruit rijden (aangrijpingspunt), tot de achterkant van de auto rechts naast je in de grote zijruit zichtbaar is.  Stuur nu volledig en snel naar rechts. (terwijl je dit doet: KIJK  over je linkerschouder !!!)
  6. Wanneer je nu met je rechter buitenspiegel bij de denkbeeldige lijn van de achterbumper van de auto naast je bent (zie lijn), zo snel mogelijk volledig naar links sturen.
  7. Kijk in de rechter buitenspiegel om de auto recht, parallel aan de stoeprand stil te zetten. (met de wielen nog steeds naar links)
  8. Na het parkeren weer wegrijden.   (binnen, buiten en schouder kijken)
Bijzondere-manoeuvres-file-parkeren
Vooruit file parkeren langs de trottoirband
  1. Kijk in de binnenspiegel naar andere weggebruikers achter je en geef richting naar rechts.
  2. Verminder vaart (schakel evt terug naar een lagere versnelling)
  3. Stuur, wanneer de rechter buitenspiegel de geparkeerde auto passeert, het stuur een hele slag naar rechts.
  4. Stuur, wanneer de auto bijna de stoeprand raakt, het stuur iets meer dan een hele slag terug.
  5. Zodra de auto weer dreigt terug de weg op te gaan, het stuur en dus de auto, weer rustig recht zetten.
Bocht achteruit
  1. Kijk rondom de auto en verleen voorrang indien er een andere weggebruiker voor of achter je aankomt.
  2. Wanneer de bocht volledig uit je rechter spiegel verdwijnt: 1/2 slagje naar rechts sturen, kijken …… en dan nogmaals een 1/2 slagje naar rechts sturen. (in totaal dus 1 hele slag naar rechts)
  3. Daarna op gevoel eventueel nog iets sturen en veel KIJKEN!!
  4. Wanneer de bocht “gerond” is, het stuur rustig 1 hele slag terug naar links draaien wanneer de achterkant van de auto ongeveer nog 30 cm bij de stoeprand vandaan is.
  5. Volg nu via de rechter buitenspiegel de stoeprand. (zie hiervoor recht achteruit rijden)
Achteruit in een vak parkeren
  1. Zet de auto stil met de rechter buitenspiegel bij vak 3 1/2.  Vak 1 is dus het vak waar de auto uiteindelijk in word geparkeerd.   En vak 3 is de eventueel aanwezige geparkeerde auto.
  2. Scan rondom de auto en verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt.
  3. Wanneer het einde van de witte lijn naast de geparkeerd staande auto (de eerste witte lijn die je tegenkomt tijdens het achteruit rijden dus) midden in het rechterportier verschijnt, volledig en snel naar rechts sturen. (langzaam rijden en veel kijken !!)
  4. Als de auto haaks ten opzichte van een tegenoverliggende stoeprand of muur komt: het stuur 2x snel overpakken naar links en de auto stop zetten wanneer de neus van de auto recht staat en van de weg is.
Vooruit in een vak parkeren
  1. Scan of er niets achter je rijdt.
  2. Geef richting naar links en ga zover mogelijk aan de linker kant van de weg rijden om de bocht zo ruim mogelijk in te kunnen sturen. (voor het aan de linker kant in een vak te willen parkeren uiteraard naar rechts richting geven en zover mogelijk naar rechts gaan rijden)
  3. Stuur, wanneer de rechter (linker) spiegel net voorbij de geparkeerde auto is waarnaast je wil parkeren, volledig en snel volledig  naar rechts. (links)
  4. Wanneer de auto recht komt, het stuur 2x terugsturen naar de middenstand van het stuur.

ZWART is om in een vak aan de rechterkant van de weg te parkeren

ROOD is om in een vak aan de linkerkant van de weg te parkeren

Stopproef
  1. Zet de auto stil achter een geparkeerde auto, zodanig dat je nog  net  de wielen van de auto voor je kunt zien.  Liefst aan de rechterkant van de weg, maar aan de linkerkant kan ook.
  2. Mocht het nu zo zijn dat je er voor kiest om aan de linker zijde van de weg achter een auto te stoppen, zorg er dan voor dat je dat doet achter een personen auto. Op die manier kun je dan nog via de achter- en de voorruit van die auto zien of er tegenliggers aankomen.
  3. Zet de auto meteen na het stoppen weer in de eerste versnelling.
  4. Scan rondom (binnenspiegel, buitenspiegel en schouder), geef richting en vervolg rustig je weg.
Wegrijden na een bijzondere verrichting
  1. Auto in de 1.ste versnelling zetten.
  2. Scan rondom de auto en verleen voorrang indien er een andere weggebruiker aankomt.
  3. Geef richting aan.
  4. Langzaam wegrijden.

Wij, van Rijschool ANIMO, hopen dat de keuze voor het volgen van je rijlessen op ons valt.

Inschrijven

This is a unique website which will require a more modern browser to work!

Please upgrade today!